Het is een wereld waar de Alpen de mediterrane frisheid en zoetheid ontmoeten. Een wereld waar de zon en de borawind aanwezig zijn. Soms zijn ze speels, soms gewelddadig... De zon streelt de terrasvormige hellingen, de borawind krult de wijnstokken.
De wijnstok wordt al sinds de tijd van de oude Romeinen in het gebied van Vipava verbouwd.
De wijnbouw in de Vipava-vallei hecht groot belang aan het jaar 1894, toen de wijnbouwers van Vipava de eerste wijnkelder in Slovenië oprichtten, die werd geregistreerd als de Vipava-wijncoöperatie. De geschiedenis van deze coöperatie is zeer kleurrijk, aangezien zij twee wereldoorlogen en een Italiaanse bezetting heeft overleefd. In deze roerige tijden functioneerde de coöperatie zonder onderbrekingen.
In de Vipava-regio werd de wijnstok ooit verbouwd als een marginale cultuur, op de velden in de rechte stukken, door palen, wilgen, moerbeien en andere bomen, op terrassen van hellingen. In de jaren zestig begon de Vipava-regio met een vernieuwing van wijngaarden in de heuvels van Biljen. De terrasplantages in de heuvels van Biljen waren jarenlang (samen met de plantages in het gebied Črni Kal en Koper) de enige grotere plantages in Slovenië, en beslaan tegenwoordig meer dan 240 ha.
De Vipava-kelder heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de druiventeelt in de Vipava-vallei en groeide consequent en overwon de uitdagingen van de tijd. In 1894 bouwde de Vipava Wijncoöperatie een kelder met een capaciteit van 6.000 hl, die 70 jaar later werd opgewaardeerd tot een capaciteit van 45.000 hl. De volgende grotere technologische modernisering en capaciteitsverhoging vond plaats in 1974, toen de kelder, dankzij een succesvolle exploitatie, geleidelijk werd vergroot tot 200.000 hl. Dit alles leidt naar de kelder VIPAVA 1894 d.o.o. zijnde de grootste in Slovenië.