Wat wordt er doorgaans gezegd over de inhoud van de rond 400 miljoen flessen die elk jaar in ongeveer 150 gemeenten van het zeker 200 kilometer lange wijngebied "de Rhône" worden gebotteld? Dat het warme volle en makkelijke slobberwijnen zijn, die van jaar tot jaar gelijk zijn van karakter. Wijnen waaraan de slobberaar zich nooit bekocht zal voelen.
Meten met de Bordeaux en de Bourgogne
Dat is natuurlijk heel aardig voor de Côtes du Rhône, maar er is een select aantal wijnmakers die dit niet genoeg vinden. Zij vinden het prachtig voor hun collega’s dat de nietszeggende Rhône wijntjes een commercieel succes zijn en in navolging van de Beaujolais-wijnen piepjong, als primeur, gedronken worden. Maar zij nemen het iedereen die zo vriendelijk is om alles wat “Côtes du Rhône” heet hoogst kwalijk, dat de klasse-wijnen uit hun zondoorstoofde wijngaarden nooit de kans krijgen te bewijzen dat zij zich kunnen meten met de kwaliteitstop uit de Bordeaux en de Bourgogne.
Oorzaak? Ook het allerbeste uit de 150 Rhône-gemeenten tussen Vienne en Avignon wordt meestal veel te jong gedronken of als karakterloze eenheidskoek op de markt gebracht. En dat terwijl juist het “allerbeste” opgegroeid is voor een lang leven, waarin zich de karakteristieke eigenschappen van grondsoort, druif snoeimethode en vakmanschap moeten weerspiegelen. Pas na soms tientallen jaren laat een Hermitage, een Côte-Rotie, een Châteauneuf du Pape proeven hoe feilloos hij de zwoele zomerwarmte en de geuren van bloemen en fruit heeft weten te conserveren.
Druivenrassen in de Rhône
De keuze van de druivenrassen in de Rhône hangen nauw samen met de klimatologische omstandigheden in combinatie met het type bodem. Elk ras heeft zijn eigen kwaliteit en kan, in combinatie me andere rassen, resulteren in een harmonische, uitgebalanceerde wijn. Bij de rode wijnen zorgen de Syrah en de mourvèdre voor de kruidige aroma’s, kleur en stevige structuur die hem geschikt maken om te ouderen. De grenache, ook een van de basis druivenrassen geeft vooral fruit, rondeur en volheid. De Cinsault geeft een wijn met finessen. Deze druif wordt vooral gebruikt voor de rosé wijnen en de lichte rode Primeur wijnen.
Modern & traditionele gemaakte wijnen
Er moet gezegd worden dat er een verschil is tussen modern gemaakte wijnen en de traditionele. Zeker in de Rhône is dit verschil duidelijk waarneembaar. Het verklaart dan ook hoe het mogelijk is dat bijvoorbeeld een Châteauneuf du Pape op de Nederlandse markt te krijgen is variërend in prijs van 2,99 euro tot enkele tientallen euro’s.
Om te beginnen heeft een traditioneel gemaakte wijn de mogelijkheden om meerdere jaren te ouderen en is de wijn voorzien van een eigen karakter wat voortkomt uit het terroir, dit in vergelijking met de moderne wijnen met een soepele structuur die meestal piepjong gedronken dienen te worden en gebaseerd zijn op het fruit karakter. Maar belangrijker is om terug te gaan naar de basis. Waardoor ontstaat dit verschil in beide wijntypes?
We kunnen starten bij de wijnstok zelf. Voordat de druiven geoogst worden is de kwaliteit deels al bepaald door de ouderdom van de wijnstok en de snoeiwijze. Wanneer de druiven terug gesnoeid zullen worden is de opbrengsten geringer, maar de concentratie van de overgebleven druiven hoger. Vanuit nature zorgt een oudere wijnstok al voor minder opbrengst, dus hogere concentratie. Bij moderne wijnen worden vaak opbrengsten gerealiseerd van maar liefst 90 tot 130 hectoliter per hectare. Terwijl bij de traditionele wijnen het kan variëren van 30 tot 55 hectoliter per hectare.
Het overige karakter van de wijn wordt bepaalt tijdens de persing en gisting en eventuele houtlagering. De witte en rode wijnen doorlopen ieder een ander proces. Zo zal een witte wijn gisten bij een temperatuur van 18- 20 C. en over het algemeen opgevoed worden op RVS vaten. Een enkele witte wijn krijgt houtlagering mee, dit is afhankelijk van de wijnmaker of de stijl van het land/gebied.
Bij de rode wijnen ligt het wat ingewikkelder. Na de persing of kneuzing van de druiven kan de wijnboer kiezen voor het mee laten gisten van schillen voor een korte of langere tijd. Wanneer hij kiest voor kortere gisting met de schillen zal een soepele wijn met weinig tannine ontstaan. Wanneer de schillen de volle periode meegisten (8 tot 12 dagen) krijgt de wijn meer structuur, concentratie en tannine. Dit draagt bij aan de kwaliteit en de houdbaarheid. Na de gisting wordt de wijn gefilterd, een filtering gebeurd bij beide wijntypes, maar voor de moderne wijnen is de filtering veel sterker wat ervoor zorgt dat er veel natuurlijke stoffen niet in de wijn terecht komen. Als laatste speelt de opvoeding op houten vaten een belangrijke rol, zo zal duidelijk zijn dat kleine nieuwe vaten meer invloed op de wijn hebben dan grotere of oudere vaten. Niet te vergeten dat er tegenwoordig houtsnippers gebruikt worden. Deze geven wel de smaak af maar zorgen niet voor extra structuur in de wijn.
Of de wijn modern of traditioneel gemaakt is blijkt vaak niet uit de etikettering. Vraag daarom altijd in de slijterij of wijnspeciaalzaak naar advies zodat u de wijn ook aan uw verwachtingen zullen voldoen!
Rode en witte wijnen uit de Rhône
In de Rhône worden zowel rode wijnen (84%) als witte wijnen (16%) geproduceerd. De noordelijke Rhône onderscheid zich op de eerste plaats al in zijn bodemgesteldheid. De bodem bestaat uit graniet vermengd met slib en ijzer. De wijnen zijn hierdoor nogal hard. Wijnen uit de Noordelijke Rhône kunnen daarom zeer goed ouderen, een rijping van 10 jaar (en meer) is daarom geen uitzondering. De Syrah is het boegbeeld en tevens ook de enige aangeplante rode druivensoort van de noordelijke Rhône. Het milde klimaat zonder al te grote contrasten en de grondgesteldheden zorgen ervoor dat deze druif grote wijnen voort brengt. De wijnen zijn diep van kleur met veel structuur en kruidigheid. Verder zijn; witte peper, viooltjes, donker rood fruit, ceder en zoethout kenmerkend voor de Syrah. Bekende AOC zijn o.a. Côte Rôtie (erg kostbaar), Hermitage, Saint Joseph, Crozes-Hermitage en Cornas. Alle wijnen die hieruit voortkomen bestaan voor minimaal 80% tot vaak 100% uit Syrah. Een bijzonderheid voor Frankrijk is dat van oudsher de rode wijnen uit de noordelijke Rhône voor een deel uit witte druiven ontstond. Dit om de juiste zuurgraad in de wijn te waarborgen.
De bekendste witte wijn komt van Château Grillet. Dit Chateau heeft recht op een eigen AOC en omvat slechts 3,5 hectare. Condrieu is de gemeente, naast het befaamde Chateau Grillet, die witte wijnen produceert van de Viognier druif. Ook hier is de productie erg gering.
De viognier druif is niet de makkelijkste druivensoort. Viognier heeft snel last van plantenziekten zowel in het voorjaar als het najaar. Het resultaat kan echter weerzinwekkend zijn! Een wijn met veel rondeur en florale geuren die bij het ouderen honing, muskus en perzik tonen krijgt. U begrijpt: evenals de rode wijnen ze zijn wel flink aan de prijs…
Naast de Viognier treft men ook de Marsanne en Rousanne aan in de noordelijke Rhône. Ze worden vaak samen verwerkt in de wijn omdat ze elkaar goed aanvullen. De Marsanne geeft krachtige wijnen met een matige zuurgraag die bij het oudere nootachtige aroma’a ontwikkeld. De Roussanne heeft veel finesse en is fijn en complex.