De bekendste witte wijnen uit Bordeaux komen uit Graves. Dit district ligt ten zuiden van het stadje Bordeaux en ontleent zijn naam aan het woord graveleux, hetgeen kiezel- en grindhoudend betekend. Deze kiezel zit hier in de bovengrond, met zand en klei.
De ondergrond bestaat uit ijzerhoudende leem en kalk. De meeste kiezelgronden zijn gesitueerd in het noorden van het gebied. Hier komen dan ook de grote rode wijnen van onder andere Haut Brion en Pape Clément vandaan. Daarentegen heeft Graves ook een nogal dubieus imago gehad.
Gedurende de jaren zeventig is de markt overspoeld met Graves Supérieures. Dit waren lafzoete goedkope witte wijnen. Gelukkig is dit wijngaardenarsenaal geslonken tot circa 350 hectare (5% van het totaal). De wijnboeren concentreren zich nu vooral op het maken van betere witte wijnen van de druivensoorten Sémillion, Sauvignon en Muscadelle. De droge wijnen worden veelal op dezelfde manier gemaakt als in Bourgogne. Het sap/wijn ondergaat hun gisting en rijping op kleine eikenhouten vaten.
Dit gebeurt om de wijnen een rondere en rijkere smaak te geven. Verder zijn de witte Graves fruitig en geurig en kenmerken ze zich door het bittertje en de milde zuren. Een Graves van een goed jaar en Château kan makkelijk 10 jaar ouderen. De overige Graves dient men jong te drinken (binnen 3 jaar)