Vroeger werd aan de naam Châteauneuf nog Calcenier toegevoegd, wat kalkoven betekent. Dit duidt er dus op, dat er kalk in de bodem zit. Naast de kalk in de bodem sieren de keien ter grote van aardappels het landschap. De keien laten goed water door en geven in de avond warmte af. De “gobelet” – de vrijstaande struik die aan de wijngaarden een bijzonder aspect geeft- is verplicht. Het opbinden van de wingerd langs draden of op andere wijze is nog steeds verboden. Châteauneuf-du-Pape mag van maar liefst 13 verschillende druivensoorten gemaakt worden, zowel witte als rode. Dominerend is de Grenache en daarna de Syrah. Een goede klassieke Châteauneuf-du-Pape is vurig, krachtig, gloedvol maar tegelijk (mits rijp) fluweelzacht
Naast dit machtige gebied leveren Gigondas en Vaqueyras ook krachtige wijnen, al zijn ze minder stoer dan de wijnen die rondom Châteauneuf-du-Pape voortkomen. Dit komt omdat aan de linker zijde van de Rhône de grond zanderig is met grote keien.. De traditionele wijn uit dit gebied hebben een lang leven en dienen daarom niet te jong gedronken te worden. De wijnen gaan goed samen met pittige kaassoorten en goed doorbraden wildgerechten.