De Loire begint zijn grillige weg langs de hellingen van de Gerbier de Jonc, waar op een hoogte van 1500 meter smeltende sneeuw de voeding wordt van de langste rivier van Frankrijk (1020km). De laatste 200 km die de Loire aflegt, voordat hij uitmond in de Atalntische oceaan neemt het ons mee door het gelijknamige wijnbouwgebied. Een wijngebied met charme. Niet zozeer de charme die men in Nederland vaak gebruikt ter beschrijving van de aantrekkelijke kwaliteiten van een vrouw, maar de franse charme van het gebied. Een gebied dat charmant en majestueus is met de weelde van bloemen verscholen achter wallen, heuvels en dalen, allen in hun oorspronkelijk staat: vrij en wild. De eeuwenoude kastelen en de ondergrondse, in de mergel uitgehakte caves. De gebroederlijke wijnen die men hier aantreft, van grote grand cru’s tot eenvoudige wijnen, sprankelende wijnen, wijnen met delicate zachtheid, wijnen die fonkelen en wijnen met elegantie die edelzoet zijn…
Wijncultuur in de Loire
Hier waren de monniken die na het baanbrekende werk van de Romeinen in de 4e eeuw de oorspronkelijke wilde wingerd, die in de bossen langs stammen en takken van de bomen omhoog klom, door selectie tot veredeling brachten. Halverweg de 19e eeuw is de Pineau de Loire (chenin blanc) ontstaan die het uitstekend naar zijn zin heeft aan de westelijke Loire. De vestigingen van koningen en adel langs de vruchtbare oevers heeft ertoe bijgedragen dat er vanaf het begin meer naar kwaliteit dan naar kwantiteit werd gestreefd.
De wijnen van de Loire
Het is tegenwoordig duidelijk dat er meer wijn langs de Loire wordt geproduceerd dan alleen de Rosé d’Anjou. Er zijn wijnen die zich kunnen meten met andere kwaliteitswijnen uit Frankrijk die in Nederland al eerder bekendheid kregen. Denk maar eens aan Chinon en Bourgueil (Cabernet Franc) voor de rode wijnen en niet te vergeten de Sancerre en Pouilly Fumé uit de Sauvignon blanc druif voor de edele witte wijn uit de Loire. Aan de westkant komt men in de Muscadet de Melon de Bourgogne tegen in verscheidene varianten.